Hoe kan je thuis investeren in een positief zelfbeeld?

Met onze LIMV trainingen investeren we in een positief zelfbeeld.

Maar wat is nou precies een positief zelfbeeld?
En wat is precies een laag zelfbeeld?

Het zelfbeeld is letterlijk het beeld wat je van jezelf hebt.
Kinderen vormen hun zelfbeeld door de sociale relaties die ze hebben, de sociale vergelijkingen die ze maken, de culturele normen die ze waarnemen en de feedback die ze krijgen. Het diepgewortelde sociale karakter van de zelfbeeld ontwikkeling wordt benadrukt door onze bevindingen. Er is dan ook wetenschappelijk bewezen dat kinderen een hogere zelfwaardering ontwikkelen, wanneer kinderen warmte ontvangen van hun ouders.

Kinderen met een positief zelfbeeld zitten over het algemeen lekker in hun vel, ze voelen zich vrolijk, denken positief, ervaren minder stress en kunnen over het algemeen hier betert mee omgaan en kunnen meestal makkelijk vrienden maken. Een laag zelfbeeld bij kinderen is soms moeilijk te herkennen, omdat bepaalde gedragingen bij kinderen niet direct hoeft te betekenen dat het kind inderdaad een laag zelfbeeld heeft. Gedrag zoals angstig, druk, somber of snel boos is gedrag wat voort kan komen uit een laag zelfbeeld.

Kenmerken van een laag zelfbeeld, over het algemeen:

  • Je kind praat negatief over zichzelf, bijvoorbeeld “ik ben dom” of “Ik kan ook niks goed doen”
  • Je kind denkt negatief over zichzelf, bijvoorbeeld over zijn/haar uiterlijk, vaardigheden, gedrag, het hebben van vriendjes
  • Je kind vraagt veel bevestiging of hij het wel goed doet en vindt het daarentegen ook lastig om een compliment te ontvangen
  • Je kind heeft moeite om voor zichzelf op te komen
  • Je kind vertoont gedrag zoals hierboven omschreven: teruggetrokken, snel verlegen, angstig, boos of prikkelbaar
  • Je kind vermijdt spannende situaties

Thuis bouwen aan een positief zelfbeeld is erg belangrijk.

Voor de vorming van een zelfbeeld zijn de ouders/opvoeders essentieel. Dit komt omdat de eerste en de meeste ervaringen van het kind met de ouders zijn. De relatie met de opvoeders is heel intensief en daarom zal een kind veel waarde hechten aan wat zij zeggen. Voornamelijk wanneer bevestiging van het gedrag van het kind vaak herhaald wordt. Hoe vaker herhaald, hoe sterker een kind ook daadwerkelijk gaat geloven in de waarheid ervan. Hierdoor wordt een positief zelfbeeld bevestigd.

Tijdens de LIMV trainingen investeren we in zelfbesef, zelfwaardering, zelfvertrouwen, zelfbewustzijn, zelfkennis, zelfverzekerdheid en zelfregulatie van kinderen.

Zelfbesef

Een pasgeborene heeft nog niet door dat zijn lichaamsdelen van hemzelf zijn. Dit ontdekt de baby door bepaalde bewegingen eindeloos te herhalen, hier begint het zelfbesef. Dit heeft te maken met lichamelijke gewaarwording, maar ook met een rijpend brein, dat langzaam bepaalde verbanden kan begrijpen tussen gebeurtenissen. Jezelf herkennen in de spiegel is ook een vorm van zelfbesef, een kind ontwikkelt dit rond het tweede levensjaar. Ouders of andere volwassenen om het kind heen kunnen dit zelfbesef stimuleren door gesprekjes te voeren over wat zij bijvoorbeeld ‘gisteren’ deden. Het ophalen van herinneringen aan gebeurtenissen die zijn geweest in verleden tijd. Maar ook het bespreken van gebeurtenissen in de toekomst, bespreken wat ze ‘straks’ of ‘morgen’ gaan doen. Ook het vieren van verjaardagen helpt bij de ontwikkeling van het zelfbesef. Het spreken over de leeftijd van een kind hoort daar ook bij, maar vooral in vergelijking met andere kinderen: ‘Nu ben je drie jaar, net zoals Anna, maar over een tijdje ben je vier jaar, net zoals je zus Loes’.

Zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen opbouwen gebeurt wanneer iemand leert om plezier te hebben in zijn eigen prestaties, in plaats van gemotiveerd te worden van buitenaf. Het staat ook voor de verwachtingen die een kind van zijn eigen kunnen heeft.  Deze verwachtingen worden grotendeels bepaald door ervaringen die worden opgedaan tijdens de interacties die een kind heeft met de sociale omgeving. Wanneer kinderen ondervinden dat ze in hun behoeftes worden onderkend en dat er op hun signalen wordt ingegaan, bouwen kinderen eerder een positief zelfbeeld op. Een ouder heeft dus grote invloed op het zelfbeeld van het kind. Ouders en andere opvoeders kunnen een kind helpen om zelfvertrouwen te ontwikkelen door complimenten te geven, opbouwende kritiek te geven, te waarderen wat hoe het gaat, ook al gaat iets niet goed. Maar ook door kinderen de kans te geven de gevolgen van hun eigen gedrag te laten ervaren.
Zelfvertrouwen is zo belangrijk, omdat een gebrek aan zelfvertrouwen gevolgen kan hebben voor het gedrag en het gevoelsleven. Hierdoor laat een kind bijvoorbeeld niet het beste van zichzelf zien en het kan ervoor zorgen dat het zich neerslachtig voelt. Ook kan het onzekerheid veroorzaken. Mensen met veel zelfvertrouwen zijn gelukkiger en bovendien minder vatbaar voor psychologische problemen. Ook blijkt het dat deze mensen zich beter op hun gemak voelen in sociale situaties en meer initiatief tonen. Kortom, zelfvertrouwen is een middel om je doel te bereiken en het is nodig om je prettig te voelen in het leven.

Zelfwaardering & zelfkennis

Zelfwaardering wordt beschreven als de capaciteit om jezelf te kunnen respecteren en waarderen. Dit staat los van het feit of je iets wel of niet goed kunt. Het blijft overeind, of je nu wint of verliest. Zelfwaardering is belangrijk, omdat het je helpt door te gaan naar nieuwe ervaringen en uitdagingen.  Zelfwaardering kan verder worden omschreven als het gevoel ‘ik ben de moeite waard’ en ‘ik mag er zijn’. De basis hiervan wordt gelegd door een veilige hechting, een kind laten ervaren dat hij de moeite waard is door de hechtingsfiguren. Zelfkennis ontstaat ongeveer tegelijkertijd met zelfwaardering. Als kind leer je van een afstand naar jezelf kijken. Als twee/driejarige accepteer je jezelf als vanzelfsprekend. Vanaf ongeveer zes jaar gaat een kind zichzelf vergelijken met anderen en kritisch naar zichzelf kijken. Zelfkennis is echter een subjectief oordeel en wordt beïnvloed door de zelfwaardering. Ook zelfwaardering is essentieel voor het ontwikkelen van een positief zelfbeeld, want wanneer jezelf afkeurt, is de kans groot dat je het idee hebt dat anderen je ook afkeuren. Lage zelfwaardering maakt je extra gevoelig voor kritiek voor anderen. Dit wordt dan door het kind gezien als bevestiging van het negatieve beeld dat het van zichzelf heeft. Een lage zelfwaardering kan drie grote gevolgen hebben: niet opkomen voor jezelf, vermijden van mensen en niet voelen: dit betekent een emotionele knock-out. Deze veroorzaakt veel pijn en wordt door volwassenen vaak opgelost door de pijn te sussen, niet meer te voelen. Dit kan bijvoorbeeld door alcohol, drugs of gokken.

Hoe kan je thuis een positief zelfbeeld nou stimuleren?


Door alle 7 boodschappen mee te geven!

  1. Ik ben ik, jij bent jij en wij zijn samen wij (zelfbesef)
  2. Ik mag er zijn (zelfwaardering)
  3. Ik kan het aan (zelfvertrouwen)
  4. Ik ben overtuigd dat ik het kan (zelfverzekerdheid)
  5. Ik weet wat ik allemaal kan voelen (zelfbewustzijn)
  6. Ik weet waar ik goed in ben en waar ik minder goed in ben (zelfkennis)
  7. Ik heb respect voor mezelf en de ander (zelfregulatie)

Daniel Goleman:
Daniel Goleman: is de grondlegger van het begrip ’emotionele intelligentie’ (EQ). Een begrip waar wij ontzettend happy van worden. Want een goed ontwikkeld EQ leert je je eigen emoties kennen, onderkennen, reguleren. In je EQ zit empathie, het omgaan met relaties, verantwoordelijkheidsgevoel en assertiviteit. En dit alles bevordert niet alleen het EQ van jouw kind, maar het biedt ook ruimte in het hoofd om andere capaciteiten te kunnen ontwikkelen, zoals dingen onthouden op school. Want als je kind boos of verdrietig in de klas zit en daar druk mee bezig is, sluiten er deuren in zijn/haar hoofd, waardoor ze minder goed nieuwe dingen kunnen leren. Ons advies: praat thuis over emoties en gebruik bijvoorbeeld de kleuter emotieboeken. Of laat je kind een bepaalde periode elke dag opschrijven waar hij/zij trots op is, een soort van positiviteits-dagboekje. Zo leert je kind zichzelf goed kennen en nog meer positief te denken.

  • De boodschap ‘ik mag er zijn’ betekent dat je kind zich gewaardeerd en geliefd voelt. Dat je kind voelt dat hij/zij de moeite waard is. Dat is een hele belangrijke boodschap! Die boodschap draag je aan je kind over door: je kind regelmatig te laten merken dat je hem/haar liefhebt: knuffelen, een kus geven, zeggen hoe blij je met hem/haar bent, een compliment geven (proces gericht) of aandacht te geven als hij/zij daarom vraagt.
  • Je kind krijgt zelfvertrouwen als hij/zij vaak genoeg de ruimte krijgt om iets te doen wat hij/zij nog nooit eerder gedaan heeft. Bijvoorbeeld karweitjes doen in huis. Lukt het je kind? Dan heeft hij iets geleerd en neemt zijn/haar zelfvertrouwen toe: ik kan dit! Dus: moedig je kind aan, ondersteun waar nodig en laat je kind angsten overwinnen.

Liefs, Jennie


Voor het opstellen van deze informatie is gebruik gemaakt van de boeken:

Verhulst, F.C. (2005). De ontwikkeling van het kind. Assen: Koninklijke Van Gorcum
Neef, M. de. (2010). Negatief zelfbeeld. Amsterdam: uitgeverij Boom
Plummer, D.M. (2007). Helping Children to Build Self-Esteem: A Photocopiable Activities Book. London: Jessica Kingsley Publishers
Kohnstamm, D. (2005). Ik ben ik, de ontdekking van het zelf.  Amsterdam: University Press
Kohnstamm, R. (2009). Kleine ontwikkelingspsychologie deel I: het jonge kind. Houten: Bohn Stafleu van Loghum
Haringsma, R. (2012). Vergroot je zelfvertrouwen: voel je goed en presteer beter. Tielt: Uitgeverij Lannoo
Feldman, R.S. (2012). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson Benelux
Andries, W. (2017). Tot 7 jaar: Ontwikkeling en opvoeding van jonge kinderen. Antwerpen – Apeldoorn: Garant